h

Rapportcijfers

18 juli 2014

Rapportcijfers

 Het is in Nederland blijkbaar een goede gewoonte om voor alles maar rapportcijfers uit te delen. Natuurlijk heeft iedereen over alles een mening (en mag dat ook). Het mogen hebben van een mening is een groot goed, dat hoort bij een vrij land.
Dat het soms uit respect voor een ander verstandiger is om de mening niet te verkondigen is een tweede.
Maar goed: rapportcijfers geven is in ons land een vorm van 'je mening' geven, en dan uitgedrukt in een cijfer. Meestal gebruiken we daar dan de reeks 1 tot 10 voor, waarbij het geven van een '1' een behoorlijk negatieve mening ventileert. We zagen het afgelopen weken ook regelmatig langskomen in de analyses van de voetbalwedstrijden op het WK Voetbal in Brazilië.

Nu hoorde ik op de radio dat onderzoeksbureau Ipsos weer eens de rapportcijfers van onze bewindslieden heeft opgevraagd bij de Nederlanders.  We weten natuurlijk al langer dat het huidige kabinet niet alleen bij ons SP'ers als niet-populair wordt gezien  - het kabinet Rutte II krijgt deze week een 5,3 als beoordeling.  Lijkt me duidelijk.

Graag wil ik met u het lijstje met ministers en staatssecretarissen eens langs gaan. Zij kregen namelijk ook individueel een cijfer van de ondervraagden.

Laten we starten met Lodewijk Asscher. Hij kreeg een 5,7. Als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is hij, naar eigen zeggen, volop in de weer om banen te scheppen, en om de gevolgen van de crisis voor de 'gewone man' zo beperkt mogelijk te houden. Merkt u hier iets van?  Aan het beleid van deze minister zit weinig sociaals.
Zijn staatssecretaris, Jetta Kleinsma, moet het zelfs doen met een 5,0. Ver onder de maat, voor een sociaal-democratische bewindsvrouwe. Knap, dat je afbraakmaatregelen toch altijd met zo'n grijns voor de camera kunt afkondigen …

Minister Edith Schippers van Volksgezondheid krijgt van de Nederlander een 5,2. Er is dus weinig vertrouwen in haar aanpak van de zorg. Alleen maar roepen dat "de zorg te duur is en wordt", terwijl dit allemaal maar heel betrekkelijk is. Als geld dat voor de zorg bestemd is, gewoon wordt gebruikt voor lastenverlichting voor bedrijven, dan krijg je voor je beleid weinig handen op elkaar. Zeker als je ook nog alle voorzieningen afbreekt waar we jaren zo hard voor gestreden hebben.

Jet Bussemaker (Onderwijs en Cultuur) moet het doen met een 5,1.  Zij breekt onze culturele voorzieningen af en daarmee een deel van onze beschaving. En alsmaar roepen dat je het onderwijs op een hoger peil wil brengen, maar daar geen beleid voor hebt, en wel het studeren voor jongeren steeds moeilijker wil maken, maakt je niet populair.

Onze vechter voor politie en veiligheid, Ivo Opstelten, komt al jaren niet verder dan het reorganiseren van de politie en het met karakteristiek stemgeluid verkondigen van uitspraken als: "We moeten ze keihard aanpakken". Hij komt daarmee op een magere 5,1.

En dan minister Plasterk. Zijn onkunde in het aanpakken van het afluistercomplot, maar ook zijn verloren en onzinnige strijd voor een superprovincie, brengen hem tot een 5,1.

Ons openbaar vervoer wordt alsmaar duurder. Dit kabinet kiest vooral voor meer asfalt. Natuurlijk moeten knooppunten in het wegennet worden aangepakt, maar er zijn net zo veel opstoppingen in het trein- en busvervoer. Minister Schultz-Verhaegen moet andere keuzes maken. Nu haalt ze slecht een 5,6.

Dat je met een rapport ook lager dan een 5 kunt scoren bewijst minister Blok, die verantwoordelijk is voor woningbouw en volkshuisvesting. De laatste term is overigens bijna verdwenen. De SP heeft de minister twee jaar geleden nog geadviseerd om vooral te investeren in woningbouw. Blok koos er voor de verhuurdersheffing te gebruiken om wanbeleid bij woningcorporaties te financieren, waardoor de huren explosief stijgen en de huurder weinig meer ziet van woning- en wijkverbetering. Een 4,8 is wat deze minister verdient.

Van de ministersploeg slepen twee leden nog net een voldoende in de wacht. Frans Timmermans (Buitenlandse Zaken) en Jeroen Dijsselbloem (Financiën) komen weg met respectievelijk een 6,2 en een 6,3.  Eerlijk is eerlijk: Timmermans doet het op zijn terrein natuurlijk best goed en Dijsselbloem is altijd wat op de achtergrond, behalve rond Prinsjesdag. Hij houdt de hand goed op de knip, zullen we maar zeggen.

Tot slot nog het cijfer voor de aanvoerder: premier Mark Rutte komt eveneens niet verder dan een 5,2 en dat is voor een minister-president natuurlijk ontzettend laag. Maar ziet u enig leiderschap terug in Rutte? Rutte zie je vooral op de voorgrond als hij de belangrijke jongen speelt in Brussel.
Op binnenlands gebied zie je hem toch veel te weinig. Zijn visie op leiding geven, misschien, maar geen leider waar ons land op zit te wachten, blijkbaar.

Al met al geen lijst om trots op te zijn, al is daar in de ministersploeg zo op het oog niets van te merken. Opvallend is dat de twee krappe voldoendes nog gegeven zijn aan ministers van de PvdA, maar het zijn geen voldoendes voor een sociaal beleid.

In schooltermen staat een "5" voor matig. Laten we het daar maar op houden. In schooltermen staan een dergelijke lijst voor "zitten blijven". Het moge duidelijk zijn dat wat mij betreft dit niet geldt …

 

U bent hier